Met deze wijziging worden twee belangrijke moderniseringen doorgevoerd. Enerzijds kunnen gemeenten voortaan kiezen voor een volledig strategische uitrol en afstappen van het systeem ‘Paal volgt Wagen’. Anderzijds maakt de strikte 250 meter-regel plaats voor een flexibelere afstandsvereiste. Hiermee speelt Vlaanderen in op vragen van lokale besturen en op de toenemende elektrificatie van het wagenpark. 

Strategisch plan kan ‘Paal volgt Wagen’ vervangen

Tot vandaag kan iedereen met een volledig elektrische auto een publiek laadpunt op maximum 250 meter van de woning aanvragen via het digitale loket. Voorwaarde: het kan alleen wanneer je thuis geen plaats hebt voor een eigen laadpunt en wanneer er geen publieke laadpunten in de buurt zijn. Die procedure blijft bestaan, maar gemeenten die een strategisch laadplan opstellen, krijgen de keuze om dat systeem niet langer te gebruiken.

Zo’n strategisch laadplan moet de huidige en toekomstige laadbehoeften dekken en wordt door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) getoetst aan duidelijke kwaliteitscriteria. Pas na goedkeuring kan een gemeente beslissen om het systeem ‘Paal volgt Wagen’ stop te zetten. Toekomstige aanvragers zullen hierover geïnformeerd worden via het digitale loket. 

Minister Annick De Ridder: “Gemeenten die vooruitdenken en strategisch plannen, moeten de vrijheid krijgen om de uitrol van laadinfrastructuur volledig zelf te sturen. Dit zorgt voor meer efficiëntie, minder wildgroei en een betere afstemming op hun parkeer- en mobiliteitsbeleid.”

250 meter-regel wordt vervangen door een ‘redelijke afstand’

Vandaag moet een laadpaal die voortkomt uit een aanvraag binnen een straal van 250 meter wandelafstand worden geplaatst. Die verplichting wordt nu versoepeld: de laadpaal moet voortaan op een ‘redelijke afstand’ worden ingeplant.

De vroegere 250 meter blijft richtinggevend, maar de strikte toepassing botste tegen de limieten van de specifieke lokale omstandigheden – bijvoorbeeld door parkeerregels, ruimtelijke beperkingen of betere opportuniteiten op iets grotere afstand. 

 “Gemeenten weten zelf het best waar een laadpaal veilig, bereikbaar en logisch kan worden geplaatst. Dankzij deze versoepeling kunnen ze maatwerk leveren”, aldus minister De Ridder.

Met deze aanpassingen wil Vlaanderen zowel de laadpaaluitrol versnellen als de kwaliteit ervan verhogen. Gemeenten die een strategisch laadplan opmaken, worden bovendien ondersteund door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken via een leidraad en prognoses over toekomstige laadbehoeften voor 2028 en 2030.