Gisteren keurde Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving, de omgevingsvergunning goed voor Project One van INEOS. Vandaag lezen we weinig objectieve titels in de krant als ‘Plasticfabriek krijgt groen licht’ en een tenenkrullend radiointerview met een Groen parlementslid die onomwonden durfde te stellen dat “Vlaanderen moet investeren in de haven van de toekomst, Demir geeft nu een vergunning voor vervuilende technologie uit het verleden”. Op zijn zachtst gezegd is dit de waarheid geweld aandoen.
De feiten eventjes op een rij: Het gaat om een investering van bijna 5 miljard voor een state-of-the-art-fabriek die bouwstenen zal aanleveren voor hoogwaardige eindproducten, zoals basiscomponenten voor zonnepanelen en windturbines, kunststoffen voor isolatie van gebouwen en lichte materialen voor wagens om brandstofverbruik te reduceren. Bovendien zal de installatie minder dan de helft CO2 uitstoten van de huidige beste Europese installaties en duwt ze zo de meest vervuilende installaties uit de markt via het Europees ETS-systeem. Ook de hetze rond schaliegebruik verdient nuance. INEOS gebruikt geen direct schaliegas als grondstof, maar wel een restproduct van de schaliegaswinning die in de Verenigde staten plaatsvindt. Het krijgt op deze manier een functie in plaats van rechtstreeks in de atmosfeer te komen. Tenslotte verankeren we hiermee ook onze positie als haven van Antwerpen. Zoals u ongetwijfeld weet is de chemie een van de hoekstenen van de Europese economie met 1,2 miljoen jobs en is het daarnaast ook het belangrijkste exportproduct van Vlaanderen. Met het aantrekken van twee state-of-the-art-fabrieken van INEOS stellen we de toekomst van onze petrochemische cluster – waarvan Antwerpen de tweede grootste wereldwijd huisvest na Houston – veilig en verankeren en versterken we de positie van Antwerpen binnen Europa en in de wereld. Tenslotte staat het als een paal boven water dat we als haven moeten investeren in een duurzame toekomst en dat doen we ook. Project One zorgt er onder andere voor om technologie te integreren die inzet op het opvangen, opslagen of verwerken van CO2 zodra deze op punt staat.
Zijn bovenstaande feiten nu een reden om onder een steen te kruipen van schaamte zoals Groen suggereert? Il faut le faire om als zogenaamde ecologische partij enerzijds kerncentrales te sluiten en vervolgens te vervangen door CO2 uitbrakende gasfabrieken van een vorige eeuw, om zich anderzijds met hand en tand te verzetten tegen innovatieve state-of-the-art-fabrieken die mee de sleutel zijn voor de circulaire economie van de toekomst. Trouwens, investeringen zoals INEOS moeten hier voldoen aan de strengste vergunningsprocedures en milieuregels, in andere regio’s ligt de klimaatlat heel wat minder hoog.
Investeringen zoals deze van INEOS zetten niet enkel in op onze welvaart. Ze zetten vooral in op onze toekomst als haven maar ook onze toekomst als Vlaanderen. Het is de chemie die mee een antwoord zal bieden op de klimaatproblemen. Het is dus ook aan ons om de uitdagingen van vandaag samen met de industrie aan te pakken. Zonder onze chemie waren de natuurlijke grondstoffen vandaag al honderd keer opgebruikt. Dat dit niet is gebeurd hebben we trouwens te danken aan een Vlaams chemicus, Leo Baekeland die in het begin van de 20ste eeuw met bakeliet de eerste synthetische kunststof uitvond.
Het is dus larie dat kunststoffen geen plaats hebben in de economie van de toekomst. We hebben ze nodig, maar er moet op een duurzame manier mee omgesprongen worden. En dat kan door innovatief ondernemerschap. Dat is ook exact de reden waarom we er trots op zijn dat we een dergelijke state-of-the-art-investering aantrekken. Dat we toejuichen dat er in Vlaanderen wel degelijk nog geïnvesteerd kan worden in werkgelegenheid. Om op die manier een voortrekkersrol op te nemen op vlak van innovatie.